Bill
Door: Jos
Blijf op de hoogte en volg Jos
23 Juli 2015 | Rusland, Tyumen’
Reizen is leven in het klein. Of: compact leven. De hoogte- en dieptepunten van het doordeweekse bestaan worden gecompresseerd tot een aaneenreiging van emoties die anders zo ver uit elkaar liggen. Echte honger, wanneer de straten zich blijven vernauwen zonder dat het Georgische restaurant (waarover de verwachtingen inmiddels hooggespannen zijn) in zicht komt. Stille paniek, wanneer perron 1 perron 11 blijkt te zijn of verlatingsangst, bij het uitblijven van tekenen van leven van het thuisfront.
Om ons heen worden alle geschreven en ongeschreven horecaregels geschonden bij het leven. In ons gaan er halfstille en halfzachte speculaties om over de tijd die komen gaat, tijdens en na deze ellendig lange reis. In de treinruiten zie ik de weerspiegeling van mijn boerenkop met opgeblazen lippen en vissenogen langzaam veranderen. Mijn ogen worden loom en mijn haren verliezen kleur. Mijn neus word teen roodbruine ophoping met zwarte puntjes. Ik noem hem Bill.
Ik heb de geest en wil Bill uithoren over zijn diepste zieleroerselen. Het blijkt dat Bill bezig is aan zijn laatste reis. Hij wil in Vladivostok sterven. Bill vertelt dat hij op jonge leeftijd had gedacht dat liefde een absolute staat van zijn was, die men, als men geluk had, kon bereiken. Als volwassene had hij besloten dat het een schijnvertoning was, die je moest bekijken met geamuseerd ongeloof, mild informeel dedain en met verlegen makende nostalgie. Nu hij aan het einde van zijn leven was gekomen, had hij ervaren dat het noch een genadige staat was, nocht een illusie. Hij beschouwde het als een menselijk wordingsproces, een staat die keer op keer, dag in dag uit opnieuw werd uitgevonden en veranderd, door het verlangen, de interactie en het steeds geduldiger worden.
Bill vertelde me over de enige echte romance in zijn monotone leven, ruim dertig jaar geleden in een dorpje bij Dublin, waar bij Catheryn ontmoet had. Hij beschreef wat over was van zijn liefde noch als passie van de geest, noch van het vlees. Het was eerder een kracht die ze allebei omvatte, alsof het de materie van de liefde betrof, de specifieke substantie ervan. Daarvan reisde hij nu weg.
Bills lege ogen staarden over de Taiga, hij zweeg. Hij was grijs geworden en mager. Zijn rug was bol en hij sprak met weinig urgentie. De belofte was uit zijn stem verdwenen. Omdat de reis nog lang zou duren, vroeg ik verder. Hij vertelde dat Catheryn zijn kind niet wilde en zijn klungelige huwelijksaanzoek zakelijk afwees. “Het maakte ook niet uit.” Zei hij tenslotte en ik bemerkte een stellige overtuiging dat het inderdaad niet uit had gemaakt. Of hij nu bij iemand zou horen, zich vader mocht noemen, of overgrootvader, of niet. Vagelijk mijmerde Bill dat zijn leven een mislukking geweest was, maar hij corrigeerde zichzelf. “Wat had ik dan verwacht?” zei hij en hij fronsde. “Wat had ik dan verwacht?”
Bill vertelde over zijn leven en liefde alsof het een autobiografisch boek van een onbeduidend persoon betrof, zonder echte hoogte- of dieptepunten. Hij was een buitenstaander in zijn eigen leven geweest en had nauwelijks zelf ingegrepen en het lot haar loop gelaten. Ik vroeg hem bij het op het oog cruciale kruispunten of hij zelf –misschien- wat anders had gewild. Dan bleef het stil. Uiteindelijk antwoordde hij dat het om het even was en dat het niets had uitgemaakt.
Bill heeft een onweerstaanbare rust over zich en een tevredenheid als van een knipperende ster aan de donkerblauwe hemel. Toch hoopte ik dat ik in alles anders zou worden als Bill. Met zijn graf dat niemand ooit zou bezoeken, op een plek waar het altijd 11 uur later is dan de plek waar hij zijn liefde ontmoette. Altijd te laat. De trein van zijn eigen leven gemist.
Reizen is vliegensvlug leven, maar ook het leven in vogelvlucht bezien. Ben ik kerkjesmoe? Teveel goud op koper? Bill, mijn schrikbeeld, doemt in mijn ruit op al seen waarschuwing. Leef de reis, niet de bestemming. Sommigen worden maar eenentwintig. De meesten komen hun dorp niet uit. En de rest wentelt zich nog eens om in het heerlijke modderbad van de zelfbedachte misere. Dus in Tyumen schiet ik dezelfde Russissch Orthodoxe kerkjes met de preciesie van American Sniper. Ik zal me interesseren in de houten architectuur alsof dat boeiend is. Ik zal mensen ontmoeten alsof ik nooit meer afscheid van ze zou hoeven nemen. Ik zal vechten, vechten tegen het sterven van het licht en de nacht niet zachtaardig ingaan. Rage, rage against the dying of the light. And never go gently into that good old night.
Om ons heen worden alle geschreven en ongeschreven horecaregels geschonden bij het leven. In ons gaan er halfstille en halfzachte speculaties om over de tijd die komen gaat, tijdens en na deze ellendig lange reis. In de treinruiten zie ik de weerspiegeling van mijn boerenkop met opgeblazen lippen en vissenogen langzaam veranderen. Mijn ogen worden loom en mijn haren verliezen kleur. Mijn neus word teen roodbruine ophoping met zwarte puntjes. Ik noem hem Bill.
Ik heb de geest en wil Bill uithoren over zijn diepste zieleroerselen. Het blijkt dat Bill bezig is aan zijn laatste reis. Hij wil in Vladivostok sterven. Bill vertelt dat hij op jonge leeftijd had gedacht dat liefde een absolute staat van zijn was, die men, als men geluk had, kon bereiken. Als volwassene had hij besloten dat het een schijnvertoning was, die je moest bekijken met geamuseerd ongeloof, mild informeel dedain en met verlegen makende nostalgie. Nu hij aan het einde van zijn leven was gekomen, had hij ervaren dat het noch een genadige staat was, nocht een illusie. Hij beschouwde het als een menselijk wordingsproces, een staat die keer op keer, dag in dag uit opnieuw werd uitgevonden en veranderd, door het verlangen, de interactie en het steeds geduldiger worden.
Bill vertelde me over de enige echte romance in zijn monotone leven, ruim dertig jaar geleden in een dorpje bij Dublin, waar bij Catheryn ontmoet had. Hij beschreef wat over was van zijn liefde noch als passie van de geest, noch van het vlees. Het was eerder een kracht die ze allebei omvatte, alsof het de materie van de liefde betrof, de specifieke substantie ervan. Daarvan reisde hij nu weg.
Bills lege ogen staarden over de Taiga, hij zweeg. Hij was grijs geworden en mager. Zijn rug was bol en hij sprak met weinig urgentie. De belofte was uit zijn stem verdwenen. Omdat de reis nog lang zou duren, vroeg ik verder. Hij vertelde dat Catheryn zijn kind niet wilde en zijn klungelige huwelijksaanzoek zakelijk afwees. “Het maakte ook niet uit.” Zei hij tenslotte en ik bemerkte een stellige overtuiging dat het inderdaad niet uit had gemaakt. Of hij nu bij iemand zou horen, zich vader mocht noemen, of overgrootvader, of niet. Vagelijk mijmerde Bill dat zijn leven een mislukking geweest was, maar hij corrigeerde zichzelf. “Wat had ik dan verwacht?” zei hij en hij fronsde. “Wat had ik dan verwacht?”
Bill vertelde over zijn leven en liefde alsof het een autobiografisch boek van een onbeduidend persoon betrof, zonder echte hoogte- of dieptepunten. Hij was een buitenstaander in zijn eigen leven geweest en had nauwelijks zelf ingegrepen en het lot haar loop gelaten. Ik vroeg hem bij het op het oog cruciale kruispunten of hij zelf –misschien- wat anders had gewild. Dan bleef het stil. Uiteindelijk antwoordde hij dat het om het even was en dat het niets had uitgemaakt.
Bill heeft een onweerstaanbare rust over zich en een tevredenheid als van een knipperende ster aan de donkerblauwe hemel. Toch hoopte ik dat ik in alles anders zou worden als Bill. Met zijn graf dat niemand ooit zou bezoeken, op een plek waar het altijd 11 uur later is dan de plek waar hij zijn liefde ontmoette. Altijd te laat. De trein van zijn eigen leven gemist.
Reizen is vliegensvlug leven, maar ook het leven in vogelvlucht bezien. Ben ik kerkjesmoe? Teveel goud op koper? Bill, mijn schrikbeeld, doemt in mijn ruit op al seen waarschuwing. Leef de reis, niet de bestemming. Sommigen worden maar eenentwintig. De meesten komen hun dorp niet uit. En de rest wentelt zich nog eens om in het heerlijke modderbad van de zelfbedachte misere. Dus in Tyumen schiet ik dezelfde Russissch Orthodoxe kerkjes met de preciesie van American Sniper. Ik zal me interesseren in de houten architectuur alsof dat boeiend is. Ik zal mensen ontmoeten alsof ik nooit meer afscheid van ze zou hoeven nemen. Ik zal vechten, vechten tegen het sterven van het licht en de nacht niet zachtaardig ingaan. Rage, rage against the dying of the light. And never go gently into that good old night.
-
29 Juli 2015 - 11:57
Njit:
Prachtig -
30 Juli 2015 - 22:50
Joke En Haje:
Dit is wel weer een nadenkertje Jos!
We hebben net weer uitgebreid alle foto's bekeken, wat maken jullie een boekje zeg!
Geniet ze en liefs van ons beiden!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley